Pascal was er al vroeg bij. Nadat hij uit het tijdschrift ‘De Toekomst’ een advertentie van LVNL had geknipt en opgestuurd, mocht hij op zijn 19e beginnen aan de opleiding voor luchtverkeersleider. Hij wist toen al: als ik het haal, is dit mijn droombaan voor het leven.
“En nee, dat is niet saai, altijd bij hetzelfde bedrijf werken”, verzekert Pascal. “Er is voldoende ruimte om je te blijven ontwikkelen. Tegenwoordig heb ik twee functies: luchtverkeersleider én supervisor ACC (Area Control Centre). In de rol van supervisor ben ik eindverantwoordelijk voor de operationele luchtverkeersleiders en aanspreekpunt in geval van calamiteiten. Ook bepaal ik die dag de capaciteit. En dan bedoel ik de capaciteit die wij en de luchthaven nodig hebben om vliegtuigen veilig te laten landen en starten. Het komt voor dat in één uur 80 vliegtuigen willen landen, maar we hebben capaciteit voor 68 in de piek. En als het tegenzit door bijvoorbeeld harde wind, sneeuw of slecht zicht, dan daalt de capaciteit drastisch. Het kan dan zijn dat een vliegtuig pas 15 minuten na schemavertrektijd mag vertrekken richting Schiphol om opstoppingen in het Nederlandse luchtruim te voorkomen.”
Verplicht 40 minuten pauze
Als supervisor heeft Pascal vanachter zijn lange desk een mooi overzicht over ‘de zaal’ waar tijdens drukke momenten op ACC wel 15 verkeersleiders en assistenten tegelijk aan het werk kunnen zijn. “Naast alle operationele taken, let ik er ook op dat er niet te lang wordt gewerkt. Maximaal 2 uur en 20 minuten mogen verkeersleiders het luchtverkeer begeleiden, daarna krijgen ze verplicht 40 minuten pauze.”
“Ik ervaar gewoonlijk niet veel stress tijdens het werk, behalve als ik te maken krijg met ongewone situaties. Een vliegtuig met een kapotte motor is spannend, omdat je niet alles in de hand hebt maar wel dat ene doel voor ogen: veilig laten landen. Op dat soort noodsituaties zijn we uiteraard uitgebreid getraind, gelukkig komt dit niet vaak voor.”
Medische noodgevallen
Wat wel regelmatig voorkomt zijn medische noodgevallen. Pascal legt uit: “Een piloot moet bijvoorbeeld uitwijken naar Schiphol omdat een passagier een hartaanval heeft. Wij openen dan een aparte frequentie voor de cockpitbemanning, een zogenoemde emergency frequency waarop alleen zij met ons communiceren. Zo bieden we de vliegers ruimte en rust om de procedures uit te voeren. Ook lichten we de afdeling communicatie in, voor mogelijke vragen van buiten.”
De eerste selectieronde
Even terug naar het begin. Hoe was die eerste selectieronde? “Die herinner ik me nog goed. Dat vond plaats op de militaire vliegbasis Soesterberg. Zat ik daar samen met piloten, vliegtuigspotters en andere luchtvaartfreaks die alles, maar dan ook echt alles over de luchtvaart wisten. Ze aarzelden ook niet om die kennis met iedereen te delen. En wat wist ik eigenlijk? Ja, dat een jumbo een dubbeldekker was. Ben benieuwd hoe dit gaat, dacht ik toen. Ik kan nu rustig concluderen dat die voorliefde voor luchtvaart niet zoveel te maken heeft met de competenties die je nodig hebt voor het vak verkeersleider.”
“Kenmerkend voor die job is vooral dat je véél op hoog niveau moet beheersen. Dus stressbestendig zijn, snel kunnen beslissen, analyserend en rekenkundig vermogen hebben, in een team kunnen werken, maar ook alleen verantwoordelijkheid durven nemen. Die combinatie is vrij zeldzaam en zit vol tegenstrijdigheden. Ga maar na: iemand die analytisch is, wil graag de tijd nemen om data te interpreteren en van verschillende kanten te bekijken. En dat kan hier dus niet. Want snel beslissen is zeker zo belangrijk.”
Eén grote puzzel
Wat vragen ze jou nu het meest op een feestje? Pascal begint te lachen: “Of het gezellig is bij KLM. Of dat ik die en die ken die op Schiphol werkt. Ja, ik moet vaak uitleggen dat LVNL een zelfstandig bedrijf is dat losstaat van Schiphol en KLM. We werken uiteraard wel veel samen. Als ik mijn kinderen uitleg wat ik doe, zeg ik allereerst dat de piloten doen wat papa zegt. Dat valt altijd in de smaak, haha. In werkelijkheid is het een grote puzzel die we dagelijks samen aan het oplossen zijn.” Is het niet vreselijk om met jou spelletjes te spelen? Met al deze vaardigheden kun jij zeker alles. “Nou, eh niet alles hoor, maar met Stratego win ik altijd.”
Wij gebruiken cookies voor een goede werking van de site en o.a. voor webstatistieken.
Info