Luchtruimteschending Schiphol

Gepubliceerd op

Melding

Op zondag 4 september 2016 is een sportvliegtuig zonder toestemming het luchtruim bij Amsterdam Airport Schiphol binnengevlogen. Hierbij kwam het in de buurt van een vliegtuig dat naderde voor een landing op Schiphol en dat zich onder controle bevond van de luchtverkeersleiding. De twee vliegtuigen zijn elkaar dichter genaderd dan de separatieminima voorschrijven. LVNL heeft dit voorval gemeld bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid en doet zelf onderzoek.

Wat is een luchtruimschending?

Internationaal is een luchtruimschending als volgt gedefinieerd:  “A flight into notified airspace without previously requesting and obtaining approval from the controlling authority of that airspace in accordance with international and national regulations.”

 

Voorvallenonderzoek

De primaire taak van LVNL op het gebied van veiligheid is het onderling separeren van vliegtuigen (inclusief vliegtuigen met voer­tuigen op de grond). De verkeers­leiding meldt voorvallen die in de praktijk optreden binnen LVNL met als doel om hier lering uit te kunnen trekken en het risico van een dergelijk voorval in de toekomst te verkleinen. Binnen LVNL worden alle gemelde voor­vallen onderzocht om de veiligheid continu te kunnen verbeteren.

 

Situatiebeschrijving

Een vliegtuig van het type Boeing 737-800 nadert vanuit oostelijke richting voor een landing op de Buitenveldertbaan en ontvangt instructies van de naderingsverkeersleiding op Schiphol. Tegelijkertijd vliegt een sportvliegtuig van het type Cessna 172 op een zuidoostelijke koers langs de kustlijn van het IJmeer.

De Cessna vliegt onder het controlegebied van de naderingsverkeersleiding op Schiphol.

De naderingsverkeersleiding laat de Boeing dalen naar een hoogte van 2.000 voet - circa 600 meter - voor een instrumentnadering.  De Cessna vliegt op 1.500 voet - circa 457 meter - met een niet-geverifieerde hoogte-uitlezing. De naderingsverkeersleider informeert de vlieger van de Boeing over de Cessna door verkeersinformatie te verstrekken.

 

Onverwacht klimt de Cessna zonder toestemming van de verkeersleiding het naderingsgebied in van Schiphol tot een hoogte van ongeveer 1.800 voet - 548 meter. De vlieger van de Boeing meldt ondertussen aan de naderingsverkeersleider visueel contact te hebben met de Cessna. Een achteropkomende vlucht die nadert voor de Buitenveldertbaan ontvangt van de naderingsverkeersleiding een koersinstructie om vrij te blijven van de Cessna.

 

Onderzoeksresultaat

Beide vluchten hebben hun vlucht zonder problemen kunnen vervolgen. De vliegers van de Boeing gaven na de landing in hun ingediende melding/tripreport aan dat er sprake is geweest van een Traffic Alert TCAS-waarschuwing.

Een achteropkomende vlucht die naderde voor de Buitenveldertbaan ontving van de naderingsverkeersleider een koersinstructie om vrij te kunnen blijven van de Cessna. Ook deze vlucht heeft daarna zonder problemen zijn nadering kunnen vervolgen.

Minimale afstand

De minimale onderlinge afstand tussen de Boeing en Cessna 172, weergegeven op het radarscherm, is 1,1 nautische mijl - circa 2.000 meter - horizontaal en 200 voet - circa 60 meter - verticaal.

Luchtverkeer - dikwijls recreatief - dat onder het controlegebied van de naderingsverkeersleiding van Schiphol vliegt mag daar tot een hoogte van maximaal 1.500 voet - circa 450 meter - vliegen. Het is dit verkeer niet toegestaan om binnen het controlegebied van de naderingsverkeerleiding van Schiphol te komen. De naderingsverkeersleiding van Schiphol zorgt ervoor dat het luchtverkeer onder zijn/haar controle niet beneden een minimumhoogte van 2.000 voet - circa 600 meter - komt. Op deze manier is er altijd een minimale verticale buffer van 500 voet - circa 150 meter - aanwezig tussen naderend luchtverkeer voor de luchthaven Schiphol en recreatief luchtverkeer.

 

Conclusie en opvolging

Het voorval was het gevolg van het - volgens de gegevens gepresenteerd aan de verkeersleider - zonder toestemming binnenvliegen van het gebied van de naderingsverkeersleiding van Schiphol door de Cessna.

De piloot van de Cessna heeft aangegeven dat volgens zijn gegevens de Cessna onder het naderingsgebied vloog. Er is achteraf door LVNL niet vast te stellen of de Cessna daadwerkelijk in het gebied gevlogen heeft, dan wel de door de transponder van de Cessna uitgezonden hoogte niet correct was.

Verkeersleiders zijn voor hun werk afhankelijk van de gegevens gepresenteerd op de radar. Ook TCAS, het waarschuwingssysteem in passagiersvliegtuigen  ter voorkoming van botsingen, gaat uit van de door de transponder uitgezonden hoogte. Goed werkende transponders zijn dus van groot belang voor de veiligheid in het drukke luchtruim rond Schiphol.

 

Classificatie: major incident