Klaring, vliegplan en callsign
In Nederland wordt het vliegen met een drone gezien als een VFR-vlucht. Aan VFR-vluchten zijn bepaalde wettelijke eisen gesteld. Vlieg je met je drone in gecontroleerd luchtruim? Dan heb je een klaring nodig van de torenverkeersleider. Ook moet je een vliegplan indienen en geldt de verplichting van tweezijdig radiocontact (RTF). Door een missie te plannen in GoDrone voldoe je aan de verplichting om een vliegplan in te dienen. Bovendien kun je bij de opmerkingen in GoDrone je beoogde callsign doorgeven: dat is een samenvoeging van:
Unmanned, plus
een logisch acroniem van de bedrijfsnaam (voorbeeld: Dutch Drone Organisation wordt DDO)
In het geval van dit voorbeeld wordt het callsign: Unmanned DDO (delta delta oscar).
De Operationele Helpdesk stemt je missieplan af met de verkeerstoren en geeft, afhankelijk van de situatie, een voorlopige toestemming door. De echte toestemming om te mogen vliegen, de klaring, krijg je van de torenverkeersleider. Om de werklast van torenverkeersleiders te bewaken, kan LVNL een maximum instellen voor het aantal dronevluchten dat gelijktijdig in de CTR plaatsvindt. Wanneer dit maximum is bereikt, krijg je geen voorlopige toestemming van de Operationele Helpdesk. Ook kan de torenverkeersleider om veiligheidsredenen besluiten om geen klaring te verlenen, of een eerdere klaring (tijdelijk) in te trekken.