Omgeving

Omgeving

We informeren je op deze pagina's over hoe LVNL het vliegverkeer op een veilige en efficiënte wijze begeleidt met zo min mogelijk impact voor de omgeving.

Iedereen in Nederland heeft weleens te maken met vliegverkeer. Dat kan positief zijn, bijvoorbeeld als je met het vliegtuig op vakantie gaat. Dat kan ook negatief zijn, bijvoorbeeld als je hinder ervaart van landende of vertrekkende vliegtuigen in je directe woon- of werkomgeving. Wil je weten waar vliegtuigen vliegen, hoe de inzet van start- en landingsbanen is geregeld, welke regels er zijn en wat LVNL doet om hinder van vliegverkeer zoveel mogelijk te beperken? Lees verder op deze pagina's. 

Wat doet LVNL in jouw omgeving?

Hoe begeleiden we veilig en met zo min mogelijk hinder voor de omgeving het vliegverkeer in de buurt van een luchthaven?

Actueel baangebruik

Welke start- en landingsbanen in gebruik zijn, hangt af van de beschikbaarheid, de veiligheid, het zicht, de wind- en weersomstandigheden en de milieuregels en regels voor baangebruik. Er zijn vrijwel altijd minimaal twee banen in gebruik op Schiphol: één voor het vertrekkende verkeer en één voor het aankomende verkeer. Bij wind uit het noorden zijn dit bij voorkeur de Polderbaan voor vertrekkend vliegverkeer en de Kaagbaan als landingsbaan. En bij wind uit het zuiden is dit precies andersom.

Namen en cijfers

Alle start- en landingsbanen hebben een naam en twee cijfers. De cijfers verwijzen naar de graden van een kompas. Een voorbeeld: 06 staat voor het gebruik van de Kaagbaan naar het noordoosten. 06 staat voor de richting 060 graden. De andere kant heeft het nummer 24 en dat staat voor het gebruik van die baan naar het zuidwesten, richting 240.

Start- en landingsbanen Schiphol in kaart

Start- en landingsbanen Schiphol in kaart

Baan- en routegebruik

Recat-TBS

Recat-TBS

Minder geluidshinder en verbeterde landingscapaciteit bij harde wind op Schiphol met innovaties

Handige links

Veelgestelde vragen

Meer vragen?