TCAS meldingen zijn extra verstorend als toestellen naderen op de parallel gelegen Zwanenburgbaan en Polderbaan. Als een piloot die een landing inzet op de Polderbaan een verplichte kliminstructie krijgt van TCAS, door de nabijheid van bijvoorbeeld een sportvliegtuig, kan dat een TCAS melding geven in de cockpit van een toestel dat de Zwanenburgbaan nadert. Dit kan er tot leiden dat meerdere vliegtuigen moeten uitwijken. Dit verstoorde verkeersbeeld leidt tot extra werkdruk bij zowel de piloten en de luchtverkeersleiding. Per jaar zijn er gemiddeld zo'n 12 TCAS meldingen in dit gebied ten noorden van Schiphol die de aanpassing van het luchtruim noodzakelijk maken.
TCAS meldingen
In het Nederlandse luchtruim zijn twee soorten luchtvaart te onderscheiden, het commerciële verkeer dat begeleid wordt door luchtverkeersleiding en de kleine luchtvaart die op zicht vliegt. Het luchtruim was zo ontworpen dat deze twee soorten verkeer elkaar in de buurt van Schiphol verticaal tot 500 voet mochten naderen, wat leidde tot TCAS meldingen bij landend verkeer naar Schiphol. Deze deden zich vooral voor in het luchtruim ten westen en noorden van de Schiphol CTR 2 (control zone), waar het landend verkeer naar de Polderbaan op een hoogte van 2000 voet vliegt. Een klein toestel op 1500 voet hoogte kan dan voor een TCAS melding zorgen in het op Schiphol naderende toestel. Bij die melding krijgt de piloot de verplichte kliminstructie, waardoor de nadering moet worden afgebroken en het vliegtuig na een omleiding opnieuw de nadering moet inzetten.
Maatregel
Uit onderzoek van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) blijkt dat bij een verticale afstand van 700 voet of meer geen TCAS RA meldingen ontstaan. Met de verandering van de CTR 2 (control zone), ten noorden van Schiphol, in een TMA 7 (Terminal Control Area), kan de kleine luchtvaart op een maximale hoogte van 1300 voet vliegen. Deze TMA 7 dekt het gebied waar de TCAS meldingen zich het meeste voordeden.