Verlies van afstand boven de Noordzee

Gepubliceerd op

Melding

Op maandag 1 juli zijn twee vliegtuigen elkaar dichter genaderd dan de separatieminima voorschrijven. Het voorval vond plaats in gecontroleerd luchtruim boven de Noordzee binnen een Nederlands stuk luchtruim (Amsterdam FIR) waarin de luchtverkeersdienstverlening permanent gedelegeerd is door LVNL aan een Britse luchtverkeersdienstverlener.

LVNL doet zelf onderzoek naar dit voorval en heeft dit voorval gemeld bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid, het Openbaar Ministerie en de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Situatie en onderzoek

Een Embraer E190 vertrekt vanaf de Kaagbaan (24) op Schiphol met bestemming Londen City. Het toestel wordt door de luchtverkeersleider van Schiphol approach overgedragen aan de area radarverkeersleiding, die de piloot instructie geeft om te klimmen naar FL200 (ongeveer 6,1 kilometer hoog). Dit is de hoogte waarop het toestel maximaal zal vliegen naar Londen City. Daarnaast geeft de radarverkeersleider instructie om direct te vliegen naar het navigatiepunt ‘ABNED’. Dit is één van de zogeheten co-ordination/change over point points (COP) waar overdracht van verkeer uiterlijk dient plaats te vinden aan de Britse luchtverkeersleiding. 

LVNL heeft met elke aangrenzende buitenlandse luchtverkeersleidingsdienst (ANSP) standaard afspraken die in een Letter of Agreement (LOA) worden vastgelegd. In dit geval is het overdragen van een uitgaande vlucht via ‘ABNED’ op FL200 een standaard overdrachtsafspraak tussen LVNL Area Control Centre (ACC) en NATS Londen Terminal Control (LON TC). 

Wanneer de Embraer E190 nog ruim binnen het Nederlands luchtruim vliegt, op FL200, wordt er door LON TC gecoördineerd met ACC over een Boeing 737-800 die vertrokken is vanaf Londen Stansted met bestemming Eindhoven en op FL190 (ongeveer 5,8 kilometer hoog) vliegt richting het COP ‘REDFA’. LON TC vraagt ACC toestemming of de Boeing 737-800 vanaf de huidige positie direct gestuurd kan worden naar navigatiepunt ‘TUPAK’. Dit is een punt wat zich in Nederlands luchtruim bevindt en een COP is tussen ACC en Militaire luchtverkeersleiding. De vliegroutes van de Embraer E190 en de Boeing 737-800 kruisen elkaar, maar omdat er wordt voldaan aan de minimale hoogteseparatie tussen twee vliegtuigen in ACC luchtruim, namelijk 1000ft (ongeveer 300 meter), wordt het verzoek door ACC goedgekeurd. 

Kort daarna krijgt de Embraer E190 piloot instructie om over te schakelen naar de frequentie van LON TC. Drie minuten later wordt andersom de Boeing 737-800 overgedragen door LON TC naar Amsterdam ACC en roept deze op bij de Amsterdam ACC radarverkeersleider. De laterale afstand tussen de toestellen is dan ongeveer 40 nautische mijlen (74 kilometer) met een hoogteverschil van 1000ft (300 meter) waarbij de Embraer E190 zich nog in Nederlands luchtruim bevindt en de Boeing 737-800 in Brits luchtruim. 

Een aantal minuten later vliegen beide vliegtuigen een stuk Nederlands luchtruim binnen waarin de verantwoordelijkheid voor luchtverkeersleiding is gedelegeerd aan LON TC. Dit luchtruim, de ‘AMRIV area’, bevindt zich in het meest zuidwestelijke deel van Nederlands luchtruim en is gedelegeerd aan LON TC om de verkeersstromen voor met name verkeer van en naar de luchthavens rondom Londen veilig en efficiënt te kunnen afhandelen. 

De horizontale afstand tussen de Embaer E190 en de Boeing 737-800 is inmiddels ongeveer 10 nautische mijlen (18,5 kilometer). Omdat de vliegtuigen in tegenovergestelde richtingen vliegen, vermindert de afstand al snel tot de minimaal voorgeschreven 5 nautische mijl (9,2 kilometer), maar door de hoogteseparatie van 1000ft (300 meter) wordt de juiste separatie initieel gewaarborgd. Er moet altijd in ieder geval óf laterale separatie (5 nautische mijlen) óf verticale separatie (1000 ft) plaatsvinden. In dit geval zal de Embraer E190 richting London dus op 1000 ft boven de Boeing 737-800 richting Eindhoven langs vliegen. 

Volgens de separatienormen zou de Embraer E190 mogen dalen in hoogte als deze 5 nautische mijl voorbij de Boeing 737-800 is gevlogen. Echter, voordat de toestellen elkaar gepasseerd zijn en de laterale afstand weer groter is dan de voorgeschreven 5 nautische mijl (9,2 kilometer) begint de Embraer E190 al te dalen op instructie van de verkeersleider van LON TC. Hierdoor wordt de onderlinge afstand direct minder dan de voorgeschreven separatienorm. ACC merkt deze afwijking direct op en coördineert met LON TC, waar duidelijk wordt dat het een onjuiste instructie is geweest van de LON TC controller aan de Embraer E190. Er is geen actie nodig van ACC, LON TC of de piloten om herstel van de situatie te bespoedigen. 

Minimale afstand

De minimale afstand tussen de Embaer E190 en de Boeing 737-800 is horizontaal2.9 nautische mijl (5,4 km) en verticaal  500ft (150meter). Binnen een minuut wordt de separatie hersteld, omdat de toestellen elkaar gepasseerd zijn er 5 nautische mijl (9,2 kilometer) afstand ontstaat.

Conclusie

Dit voorval is gedeeld met de safety afdeling van de NATS en daar is na onderzoek één interne aanbeveling uitgegeven om dergelijke situaties in de toekomst te helpen voorkomen. 

Classificatie: Major Incident