Melding
Op 25 februari 2014 zijn drie vliegtuigen van de kleine luchtvaart elkaar tijdens de eindnadering voor GAE dichter genaderd dan de separatieminima voorschrijven. LVNL heeft dit voorval gemeld bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid en doet zelf onderzoek naar dit voorval.
Voorvallenonderzoek
De primaire taak van LVNL op het gebied van veiligheid is het onderling separeren van vliegtuigen (inclusief vliegtuigen met voertuigen op de grond). De verkeersleiding meldt voorvallen die in de praktijk optreden binnen LVNL met als doel om hier lering uit te kunnen trekken en het risico van een dergelijk voorval in de toekomst te verkleinen. Binnen LVNL worden alle gemelde voorvallen onderzocht om de veiligheid continu te kunnen verbeteren.
Situatiebeschrijving
Op 25 februari bevindt zich veel lesverkeer op en rond de luchthaven van GAE dat start- en naderingsprocedures oefent. Op een gegeven moment vliegen er drie lesvluchten (een Trinidad TB20, een Cessna C303 en een Cessna C172) in de buurt van de luchthaven die een nadering willen oefenen. Bij het begin van de eindnadering ontstaat een verlies van afstand. De luchtverkeersleider onderkent dit verlies van afstand en geeft een aanvullende koersinstructie aan de tweede nadering om het verlies van afstand te herstellen. Dit heeft tot gevolg dat de afstand tussen de tweede en de derde nadering afneemt. De luchtverkeersleider geeft het derde vliegtuig opdracht om de nadering af te breken, zodat er meer ruimte ontstaat tussen de vluchten. Alle vluchten zijn veilig geland.
Verlies van afstand
De horizontale of verticale afstand tussen vliegtuigen tijdens de vlucht wordt aangeduid als ‘separatie’. De minimale separatie is bedoeld om het verkeer veilig te laten verlopen en daarbij de capaciteit van het luchtruim optimaal te kunnen benutten. De luchtverkeersleiding is verantwoordelijk voor het handhaven van de minimale onderlinge separatie tussen verkeersvliegtuigen die zich in het onder hen vallende verkeersgebied bevinden. Wanneer twee vliegtuigen ondanks de separatieminima te dicht bij elkaar komen dan is er sprake van een verlies van afstand én hoogte.
De criteria voor de minimale separatie zijn zodanig ontworpen dat er voldoende tijd is om het verlies van de minimale afstand of hoogte te herstellen. Een verkeersleider doorloopt in korte tijd een aantal stappen:
- Detecteren van het afstandsverlies;
- Een inschatting maken van een effectieve oplossing;
- Communiceren van deze oplossing door instructies (hoogte, richting, snelheid) naar de vlieger(s);
- Opvolgen van deze instructies door de vlieger(s) om zo snel mogelijk de benodigde afstand of hoogte te herstellen.
Resultaten onderzoek
LVNL heeft het onderzoek naar het verlies van afstand tussen drie vliegtuigen van de kleine luchtvaart op Groningen Airport Eelde (GAE) afgerond. Hieronder vindt u een samenvatting van het voorval en een grafische tekening van de situatie.
Samenvatting
Op 25 februari bevindt zich veel lesverkeer op en rond de luchthaven van GAE dat start- en naderingsprocedures oefent. Het zicht is goed. Een Socata TB20 Trinidad (TB20) wil een VOR/DME-nadering oefenen vanuit oostelijke richting en krijgt een klaring voor nadering bij baken SO. Een Cessna C303 nadert vanuit het noorden en wil een ILS-nadering uitvoeren. Vervolgens meldt zich ook een derde lesvlucht bij de luchtverkeersleiding, een Cessna C172.
Het eerste vliegtuig, de TB20, heeft van de verkeersleider een koersinstructie gekregen om de nadering te beginnen. Terwijl de TB20 het baken SO passeert krijgt het tweede vliegtuig, de Cessna 303, een zodanige koersinstructie voor zijn eindnadering dat deze vlucht op 3 NM (de minimale radarseparatie) achter de TB20 wordt gepositioneerd. Het derde vliegtuigje, de Cessna 172, heeft dan net de instructie gekregen om naar baken SO te vliegen en uiteindelijk de ILS-nadering aan te vangen.
De luchtverkeersleiding heeft echter niet onderkend dat de TB20 een VOR/DME-nadering vliegt i.p.v. de ILS-nadering. De TB20 heeft als gevolg daarvan zijn draaipunt naar de eindnadering 700 meter meer naar het noordwesten dan de luchtverkeersleiding verwacht. Hierdoor naderen de toestellen elkaar tot 1,9 NM. De verkeersleider geeft direct een koersinstructie aan de Cessna 303 om de minimale separatieafstand tot de TB20 te herstellen. De consequentie van deze koerswijziging is dat de afstand tussen de Cessna 303 en het derde vliegtuigje, de Cessna 172, wordt verkleind tot 2,4 NM. De luchtverkeersleiding vraagt aan de piloot van de Cessna 172 of hij zijn voorganger ziet. Omdat de Cessna 172 zijn voorganger niet kan zien, breekt de luchtverkeersleiding deze de nadering af. Het vliegtuig krijgt een nieuwe ILS-nadering. Alle vluchten werden zonder bijzonderheden voortgezet en de vliegtuigen maakten een normale landing.
Classificatie: significant incident