Melding
Op dinsdag 22 maart 2016 zijn aan het begin van de middag twee vliegtuigen elkaar tijdens de nadering voor Groningen Airport Eelde dichter genaderd dan de separatieminima voorschrijven. Luchtverkeersleiding Nederland - LVNL - doet onderzoek naar dit voorval en heeft dit voorval gemeld bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid - OVV.
Verlies van afstand
De horizontale of verticale afstand tussen vliegtuigen tijdens de vlucht wordt aangeduid als ‘separatie’. De minimale separatie is bedoeld om het verkeer veilig te laten verlopen en daarbij de capaciteit van het luchtruim optimaal te kunnen benutten. De luchtverkeersleiding is verantwoordelijk voor het handhaven van de minimale onderlinge separatie tussen verkeersvliegtuigen die zich in het onder hen vallende verkeersgebied bevinden. Wanneer twee vliegtuigen ondanks de separatieminima te dicht bij elkaar komen dan is er sprake van een separatieonderschrijding.
De criteria voor de minimale separatie zijn zodanig ontworpen dat er voldoende tijd is om het verlies van de minimale afstand of hoogte te herstellen. Een verkeersleider doorloopt in korte tijd een aantal stappen:
- Detecteren van het afstandsverlies;
- Een inschatting maken van een effectieve oplossing;
- Communiceren van deze oplossing door instructies (hoogte, richting, snelheid) naar de vlieger(s);
- Opvolgen van deze instructies door de vlieger(s) om zo snel mogelijk de benodigde afstand of hoogte te herstellen.
Voorvallenonderzoek
De primaire taak van LVNL op het gebied van veiligheid is het onderling separeren van vliegtuigen (inclusief vliegtuigen met voertuigen op de grond). De verkeersleiding meldt voorvallen die in de praktijk optreden binnen LVNL met als doel om hier lering uit te kunnen trekken en het risico van een dergelijk voorval in de toekomst te verkleinen. Binnen LVNL worden alle gemelde voorvallen onderzocht om de veiligheid continu te kunnen verbeteren.
Situatiebeschrijving
Op dinsdag 22 maart in de middag, vindt er in het naderingsgebied van Groningen Airport Eelde een verlies van afstand plaats tussen twee vliegtuigen. Een vliegtuig van het type SR22 wordt geïnstrueerd voor een wachtpatroon boven het baken SO (Sierra Oscar) op een hoogte van 3000 voet. Een vliegtuig van het type PA34 maakt een nadering (een zogeheten procedure turn) via het baken SO voor baan 23 op een hoogte van 2000 voet. De separatienorm voor deze situatie is 1000 voet verticaal.
Het moment waarop het verlies van afstand ontstaat is het moment dat de SR22 van de geïnstrueerde hoogte afwijkt en begint te dalen. De SR22 daalt naar 1300 voet waardoor de separatie onder het minimum van 1000 voet komt. Bij het constateren van de hoogteafwijking van de SR22 geeft de verkeersleider divergerende richtingsinstructies om het conflict op te lossen. Beide vliegtuigen zijn veilig geland.
Resultaten onderzoek
Het verlies van afstand is ontstaan doordat de piloot van het vliegtuig van het type SR22 de controle over het toestel was kwijtgeraakt en de opgedragen hoogte niet kon handhaven. Dit resulteerde in het verlies van separatie met een vliegtuig van het type PA34, dat een nadering vloog voor baan 23.
Toen de torenverkeersleider de afwijking detecteerde, gaf deze direct divergerende richting- en hoogte-instructies. De piloot van de SR22 had op dat moment het vliegtuig weer onder controle. Beide vliegtuigen volgden de instructies op waardoor de separatie is hersteld en ze veilig zijn geland.
De minimale onderlinge afstand tussen de twee vliegtuigen was 1,3 nautische mijl - bijna 2,5 kilometer - horizontaal en 0 voet verticaal.
Op het moment van het voorval werd gecombineerd gewerkt. Dit betekent dat er geen radarverkeersleider actief is. Hiervoor is een werkwijze vastgesteld waarbij vliegtuigen verticaal worden gesepareerd op een afstand van 1.000 voet, of lateraal door middel van geografisch gescheiden radiobakens.
De torenverkeersleider heeft conform de voorschriften gehandeld en de benodigde onderlinge afstand hersteld.
Opvolging naar aanleiding van onderzoek
De oorzaak van dit voorval ligt buiten de invloedssfeer van de luchtverkeersleiding. Er is daarom op het gebied van luchtverkeersleiding geen opvolging noodzakelijk.