Melding
Op dinsdag 14 februari vindt in het naderingsgebied van Amsterdam Airport Schiphol een verlies van afstand tussen twee vliegtuigen plaats tijdens de nadering vanuit het noorden voor de Zwanenburgbaan. LVNL doet zelf onderzoek naar dit voorval en heeft het voorval gemeld bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Verlies van afstand
De horizontale of verticale afstand tussen vliegtuigen tijdens de vlucht wordt aangeduid als ‘separatie’. De minimale separatie is bedoeld om het verkeer veilig te laten verlopen en daarbij de capaciteit van het luchtruim optimaal te kunnen benutten. De luchtverkeersleiding is verantwoordelijk voor het handhaven van de minimale onderlinge separatie tussen verkeersvliegtuigen die zich in het onder hen vallende verkeersgebied bevinden. Wanneer twee vliegtuigen ondanks de separatieminima te dicht bij elkaar komen is er sprake van een separatieonderschrijding.
De criteria voor de minimale separatie zijn zodanig ontworpen dat er voldoende tijd is om het verlies van de minimale afstand of hoogte te herstellen. Een verkeersleider doorloopt in korte tijd een aantal stappen:
- Detecteren van het afstandsverlies;
- Een inschatting maken van een effectieve oplossing;
- Communiceren van deze oplossing door instructies (hoogte, richting, snelheid) naar de vlieger(s);
- Monitoren van het opvolgen van deze instructies door de vlieger(s) om zo snel mogelijk de benodigde afstand of hoogte te herstellen.
Voorvallenonderzoek
De primaire taak van LVNL op het gebied van veiligheid is het onderling separeren van vliegtuigen (inclusief vliegtuigen met voertuigen op de grond). De verkeersleiding meldt voorvallen die in de praktijk optreden binnen LVNL met als doel om hier lering uit te kunnen trekken en het risico van een dergelijk voorval in de toekomst te verkleinen. Binnen LVNL worden alle gemelde voorvallen onderzocht om de veiligheid continu te kunnen verbeteren.
Situatiebeschrijving
Een vliegtuig van het type Airbus 319 nadert vanuit het zuiden voor een landing op de Zwanenburgbaan. Tegelijkertijd nadert een vliegtuig van het type Boeing 737 vanuit het oosten voor een landing op dezelfde landingsbaan. De naderingsverkeersleider instrueert de Airbus te dalen naar flight level 40 - ruim 1.200 meter - en de Boeing naar 3000 voet - circa 900 meter. Hiermee anticipeert de naderingsverkeersleider op voldoende verticale afstand tussen beide vliegtuigen.
Vervolgens instrueert de naderingsverkeersleider de Airbus richting het westen om daarna in te draaien voor een landing op de Zwanenburgbaan. Op dat moment bevinden beide vliegtuigen zich op dezelfde hoogte maar horizontaal op voldoende afstand van elkaar. Doordat de bocht van de Airbus ruimer uitvalt dan voorzien, komen de vliegtuigen volgens de separatienormen ook horizontaal te dicht bij elkaar.
De verkeersleider geeft aan beide vliegtuigen aanvullende instructies om het ontstane verlies van afstand te corrigeren.
Minimale afstand
De minimale afstand is 1,6 nautische mijl horizontaal - ruim 2,9 kilometer - en 200 voet verticaal - ruim 60 meter. De separatienorm is in de fase van de nadering waarin de vluchten zich op dat moment bevinden 3 nautische mijl horizontaal - ruim 5,5 kilometer - of 1.000 voet - circa 300 meter - verticaal.
Conclusie
Het voorval was het gevolg van een ruimer uitgevallen bocht in combinatie met het ontbreken van een goede hoogtebuffer. Direct na het geven van aanvullende instructies aan zowel de Boeing als de Airbus is het verlies van afstand gecorrigeerd, waardoor er geen botsingsgevaar is geweest.