Voorval tijdens doorstart Schiphol

Gepubliceerd op

Op donderdag 29 maart heeft een voorval plaatsgevonden op Amsterdam Airport Schiphol. Het betrof een voorval tussen een vliegtuig dat een doorstart uitvoerde vanaf de Zwanenburgbaan (18C) en een vliegtuig dat zojuist gestart was van de Kaagbaan (24). LVNL doet zelf onderzoek naar dit voorval en heeft dit voorval gemeld bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Voorvallenonderzoek

De primaire taak van LVNL op het gebied van veiligheid is het onderling separeren van vliegtuigen (inclusief vliegtuigen met voertuigen op de grond). De verkeersleiding meldt voorvallen die in de praktijk optreden binnen LVNL met als doel om hier lering uit te kunnen trekken en het risico van een dergelijk voorval in de toekomst te verkleinen. Binnen LVNL worden alle gemelde voorvallen onderzocht om de veiligheid continu te kunnen verbeteren.

Situatiebeschrijving

Een vliegtuig van het type Boeing 737 maakt een nadering voor de Zwanenburgbaan en wordt geïnformeerd over een vanaf de Kaagbaan startend vliegtuig. Tijdens de landing dreigt de B737 buiten de daarvoor bestemde landingszone te raken. Daarom zet de vlieger een doorstart in. Hij meldt dit direct aan de verkeersleiding, die ziet het doorstartende vliegtuig. Op de Kaagbaan is inmiddels het vliegtuig van het type Boeing 738 gestart.

In reactie op de doorstart wil de verkeersleider in eerste instantie de start van de B738 afbreken, maar hij ziet dat de snelheid van het vliegtuig al te hoog is om dit veilig te doen. De doorstartende B737 krijgt daarom de instructie om een rechterbocht in te zetten. De startende B738 krijgt de instructie om na de start een linkerbocht te maken. Beide vliegers voeren de instructies correct uit. De vlieger van de B738 meldt ook dat hij de doorstart van de B737 ziet.

De minimale afstand tussen de beide vliegtuigen is tijdens dit voorval 0,5 nautische mijl horizontaal (ongeveer 1 kilometer) en 300 voet verticaal (ongeveer 100 meter).


Separatie in de nabijheid van een luchthaven

Binnen het plaatselijke luchtverkeersleidingsgebied van een luchthaven - de controle zone (CTR) - mag gebruik worden gemaakt van visuele separatie: zolang de verkeersleiders beide vluchten kunnen waarnemen of beide vliegers elkaar in zicht hebben geldt visuele separatie.


Conclusies en opvolging naar aanleiding van het onderzoek

Dit voorval is door LVNL samen met de betrokken luchtvaartmaatschappijen in het kader van het nieuw opgerichte ‘Integral Safety Management System (ISMS)’ onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat de luchtverkeerleiding met de huidige voorschriften en werkwijzen in principe voldoende mogelijkheden heeft om de onderlinge afstand tussen vliegtuigen te realiseren en te behouden. Niettemin onderzoekt LVNL met de ISMS-partners mogelijkheden om de veiligheid van het gebruik van afhankelijke start- en landingsbanen nog verder te verbeteren. Hierbij is onder andere aandacht voor de risico’s voor de vluchtuitvoering die het gevolg kunnen zijn van corrigerende acties door de verkeersleiding.

Classificatie: major incident