Melding
Op zondag 13 augustus zijn twee vliegtuigen elkaar, tijdens de nadering voor de Kaagbaan (06) op Amsterdam Airport Schiphol, dichter genaderd dan de separatieminima voorschrijven. Deze situatie ontstaat doordat een vliegtuig afwijkt van de beoogde koers. LVNL doet zelf onderzoek naar dit voorval en heeft dit voorval gemeld bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Verlies van afstand
De horizontale of verticale afstand tussen vliegtuigen tijdens de vlucht wordt aangeduid als ‘separatie’. De minimale separatie is bedoeld om het verkeer veilig te laten verlopen en daarbij de capaciteit van het luchtruim optimaal te kunnen benutten. De luchtverkeersleiding is verantwoordelijk voor het handhaven van de minimale onderlinge separatie tussen verkeersvliegtuigen die zich in het onder hen vallende verkeersgebied bevinden. Wanneer twee vliegtuigen ondanks de separatieminima te dicht bij elkaar komen is er sprake van een separatieonderschrijding.
De criteria voor de minimale separatie zijn zodanig ontworpen dat er voldoende tijd is om het verlies van de minimale afstand of hoogte te herstellen. Een verkeersleider doorloopt in korte tijd een aantal stappen:
- Detecteren van het afstandsverlies;
- Een inschatting maken van een effectieve oplossing;
- Communiceren van deze oplossing door instructies (hoogte, richting, snelheid) naar de vlieger(s);
- Monitoren van het opvolgen van deze instructies door de vlieger(s) om zo snel mogelijk de benodigde afstand of hoogte te herstellen.
Voorvallenonderzoek
De primaire taak van LVNL op het gebied van veiligheid is het onderling separeren van vliegtuigen (inclusief vliegtuigen met voertuigen op de grond). De verkeersleiding meldt voorvallen die in de praktijk optreden binnen LVNL met als doel om hier lering uit te kunnen trekken en het risico van een dergelijk voorval in de toekomst te verkleinen. Binnen LVNL worden alle gemelde voorvallen onderzocht om de veiligheid continu te kunnen verbeteren.
Situatiebeschrijving
Een vliegtuig van het type Boeing 777 nadert vanuit het zuiden voor een landing op de Kaagbaan. Een Boeing 787 nadert vanuit het westen voor een landing op dezelfde landingsbaan
De naderingsverkeersleider geeft de Boeing die uit het westen komt de opdracht een bocht te maken naar het zuidwesten - koers 240 - om het toestel in volgorde achter de andere naderende Boeing te leiden. De vlieger bevestigt deze instructie correct maar vliegt naar het zuidoosten, koers 140. Hierdoor draait het vliegtuig in de richting van de aanvliegroute van de Boeing komend vanuit het zuiden, waardoor een verlies van afstand tussen beide toestellen ontstaat.
De verkeersleider merkt dit direct op en geeft aan beide vluchten aanvullende instructies om het ontstane verlies van afstand te corrigeren.
Beide vliegtuigen landen veilig.
Minimale afstand
De minimale afstand is 1,7 nautische mijl (ruim 3 kilometer) horizontaal en 600 voet (ruim 180 meter) verticaal. De separatienorm is in die fase van de vlucht 3 nautische mijl (circa 5,5 kilometer) horizontaal of 1.000 voet (ruim 300 meter) verticaal.
Conclusie
Het voorval was het gevolg van een andere gevlogen koers dan geïnstrueerd en bevestigd. Direct na het inzetten van de andere koers gaf de verkeersleider aanvullende instructies aan beide Boeings. Daarmee is het verlies van afstand gecorrigeerd, waardoor er geen botsingsgevaar is geweest.
Classificatie: significant incident